Informatie over de kunstenaars openingsexpositie “ Zeker 10 “
Siemen Dijkstra is geboren in Den Helder, 1968. Op vroege leeftijd ging hij al met zijn vader op zoek naar prehistorische werktuigen in het Drentse landschap. De ouderdom van de landschappen en hoe mensen erin leefden vormen de basis voor zijn natuurbeleving.
Het noordelijke landschap staat centraal in het werk van Siemen Dijkstra, het meest bekend zijn de sfeervolle (kleuren) houtsnedes van bosgezichten. Siemen hanteert de reductietechniek in zijn houtsneden. Werkend in transparante lagen van licht naar donker, snijdt hij voor elke drukgang steeds meer van de plaat weg. Met liefde voor detail weet hij een intiem panorama weer te geven van bomen, bladeren en rimpelend water.
Hilde van der Gang zegt over haar werk. Wat maakt afwezigheid tot aanwezigheid? En aanwezigheid tot afwezigheid? Zou je kennis van aanwezigheid moeten hebben om de afwezigheid te kunnen zien? Dingen vallen meer op en krijgen meer aandacht als ze zijn zoals het niet hoort. De wisselwerking tussen aanwezigheid en afwezigheid is een thema dat vaak in mijn beeldend werk terug te zien is. De afgelopen tijd heb ik mij bezig gehouden met ervaring, sfeer en het voelbare in ruimtes. Het gaat mij om mensgemaakte ruimtes waarin de mens afwezig is. Ik heb vooral ruimtes bezocht waarin de mens zelf niet is, maar waar het ‘zijn’ van de mens wel voelbaar is. Meestal gaat het om plekken waar de mens even is en dan weer gaat, zoals wachtkamers, stations, kantoorruimtes etc. Vaak zijn deze plekken desolaat, verlaten en onpersoonlijk. Hierdoor komt de nadruk te liggen op ruimte en materie. De aanwezigheid van objecten wil ik benadrukken. Fotografie is het medium dat de basis vormt voor mijn werk. Mijn opvatting over het medium ‘fotografie’ is dat het de werkelijkheid zo natuurgetrouw weergeeft. De foto´s die ik maak manipuleer ik door deze analoog te bewerken, meestal door er in te tekenen of te schilderen. Doordat er in de foto’s is getekend, wordt de beschouwer op een bepaald punt tegengehouden om volledig in het beeld mee te gaan. Deze beeldbewerking ontkracht het natuurgetrouwe. Er ontstaat een sfeer van het realistische- surrealistische, zichtbare- onzichtbare, gewone en ongewone.
Henk Helmantel is geboren in Westeremden, 1945. De voorwerpen op het stilleven zijn merendeels oud, gebruikt en soms bijna versleten. Ondanks het gehavende uiterlijk der dingen vormt het stilleven een beeld dat schoonheid, rust en evenwicht uitstraalt. Vanuit zijn geloofsovertuiging staat bij Helmantel de schoonheidsbeleving centraal. Helmantel vraagt aandacht en respect voor eenvoudige dingen die eveneens tot Gods schepping behoren. Door de voorwerpen met zoveel aandacht te schilderen, tilt hij ze boven het alledaagse uit. Op schilderkunstig niveau gaat het hem primair om de compositie, lijn, kleur en vlakverdeling, meer dan om de objecten zelf. Hij zoekt de onderlinge band en de harmonie tussen de verschillende elementen.
Daniel Overbeek Een terugkerend thema in mijn werk is de stad die op het eerste gezicht, afgaande op haar uiterlijk, kil en anoniem oogt maar in welke zich oneindig veel verhalen voltrekken. In … heb ik deze gedachte verwerkt in een collage achtige stopmotion film. De beelden tonen een stad bij nacht in welke de toeschouwer een zwevend/observerend standpunt inneemt. De timelapses en de afwezigheid van mensen maken dat de stad zich machinaal gedraagt. Het geluid wekt echter de indruk dat er wel degelijk menselijke activiteit schuilgaat in de wereld die ik toon. Suspense is een belangrijk element binnen deze dynamiek. Anders dan we gewend zijn is de suspense in … gelijkmatig verdeeld en blijft een ontlading uit. Dit versterkt het idee van de stad als machine.
Pieter Pander is geboren in Garijp, 1962. Wat het meest opvalt aan de portretten van Pieter Pander is dat de geportretteerden zo vanzelf sprekend zijn neergezet. Oude mensen en kinderen zijn vaak het onderwerp in Panders portretten. Zij worden afgebeeld in geheel eigen, natuurlijke poses, die de vanzelfsprekendheid van hun aanwezigheid op het doek bepalen. In het thema herkennen we het leven en de dood, maar desondanks tonen zijn portretten het respect van de schilder voor de geposeerde.
De kunstenaar schildert niet alleen portretten en zelfportretten, maar ook zijn dierstudies zijn inmiddels bij een breed publiek bekend. Evenals zijn mensen behandelt hij hen met respect en hij tracht dat gevoel ook bij ons over te brengen. Het zijn de dieren uit onze cultuur, vanzelfsprekend aanwezig, maar daarom niet minder waardevol. Hij verbeeldt hun kwetsbaarheid, hun angst, parmantigheid of hun vertrouwen in de mensheid. Door een ongebruikelijk standpunt te kiezen zonder het perspectief geweld aan te doen, schept hij een zekere vervreemding, waardoor we opeens het dier met nieuwe ogen gaan bekijken. In zijn werk ziet men de bewondering voor de schilder Jan Mankes.
Hilda Snoeijer (1954) De inspiratiebron voor haar werk ligt vaak in de landschappen van Noord en Centraal Spanje en de eindeloze bossen van Scandinavië.
Ze vindt er vele aanleidingen om te tekenen en te schilderen.
Zoals twee berken: ..”van dichtbij is zo’n berkenstam een feest van opgekrulde stukjes bast, die zijdezachte glans, het heldere wit met zwart…”.
Tekenen met het fluwelig zwart van houtskool is een techniek die zich heel goed leent voor het weergeven van structuren en contrasten door te poetsen, te krassen, te vegen en vooral te gummen. Zelfs de zachte, witte veren van een zwaan kan ze zo met het zwarte houtskool heel goed weergeven.
“….het kan een snelle, directe techniek zijn met veel mogelijkheden tussen het diepste zwart en het lichtste grijs. Vooral bij het schetsen vind ik het heerlijk om over het papier te flitsen.
Maar als ik bezig ben met de vacht van een schaap, de manen van een ezel of de bast van een boom, dan werk ik laag over laag om op die manier uiteindelijk een rijke structuur te krijgen …”.
Haar tekeningen zijn dan ook zeer doorwerkt en de met grote aandacht getekende texturen bijna tastbaar aanwezig. Voor haar is een tekening geslaagd, als je er de aandacht en concentratie waarmee het is gemaakt aan af kunt lezen, en ook de liefde voor het onderwerp.
“…met een stukje houtskool kan ik over de landschappen heen dwarrelen, overal ben je dan in gedachten geweest. Alles wordt door het krijtje aangeraakt. Dit geldt ook voor het tekenen van dieren. Je dwaalt met het houtskool en raakt het dier overal even aan. Het is een intimiteit die ik voel als ik an het tekenen ben …”.
Klasiena Soepboer is geboren op Schiermonnikoog. Zij besluit bij haar start als kunstenaar van de natuur het thema van haar werk te maken. Ze wil dat de kijker weer oog krijgt voor het bijzondere ervan, dat hij haar niet beschouwt als een gegeven maar als een onmisbaar, rijk bezit. Gezien de omgeving waar ze zelf vandaan komt is het niet vreemd dat ze ervoor kiest ruimtelijk werk te gaan maken. Natuur is voor haar haast synoniem aan ruimte. Als een geboren jutter gaat ze uit van bestaand materiaal. Dat zijn in de eerste plaats de langwerpige schelpen die bij duizenden te vinden zijn op het strand, maar ook aangespoelde stukken hout en restanten van vissersnetten. Voor de grondvormen gebruikt ze oude auto- of zwembanden en bijvoorbeeld bestaande aluminium kokers.Haar sculpturen zetten aan tot verhalen. Door de werken geen titel te geven, laat de kunstenaar de inhoud van de verhalen geheel over aan de creatieve beschouwer. Ze wint in 2012 het Coba de Groot Stipendium. Ze besluit haar opleiding aan de Rietveld Academie in Amsterdam voort te zetten ver van haar Schiermonnikoog.
Gerrit Terpstra. Als beeldend kunstenaar maak ik gebruik van de vele mogelijkheden die de beeldende materialen en technieken bieden om uitdrukking te geven aan mijn gevoelens ten aanzien van het onderwerp of de techniek. In mijn vrije werk worden die voornamelijk bepaald door verwondering over het bestaan als zodanig, en meer specifiek, over de gevolgen van een immer voortgaande tijd. De tijd die heelt en vernietigt, openbaart en verdoezelt, aantast en polijst, meetbaar en beleefbaar is; Kortom, het is de invloed van tijd op zowel de persoonlijke, als de algemene geschiedenis van mens en natuur die mij inspireert.
Saskia Zuiderduin Edelsmid “Eenvoud is altijd het begin, daarna ga ik experimenteren en komt er wat bij. In het volgend stadium moet ik weer veel loslaten en uiteindelijk keer ik terug naar de pure vorm, naar eenvoud. Ik ben steeds weer op zoek naar vormen die dat verbeelden; eenvoud, de kern, iets dat basic is, Dan heb je geen versieringen meer nodig. Je kunt het vergelijke met mensen die elkaar begrijpen zonder een woord te zeggen….
Ook als het gaat om de techniek, kies ik voor eenvoud. Ik gebruik mijn technische kennis om op een zo simpel mogelijke wijze het juiste resultaat te bereiken.”
Peter B. van Houten geboren in Amsterdam, 1943. Begin jaren tachtig verhuisde Peter B. van Houten (Amsterdam, 1943) met zijn vrouw, de muziekpedagoge Dinie Goedhart, naar Foudgum in Noord-Friesland. Het atelier, een riante schuur naast het woonhuis met een gigantische raampartij op het noorden, kijkt uit over het uitgestrekte Friese Landschap. Op ezels staan reeksen met in bewerking zijnde doeken, landschappen die in beweging lijken te zijn. Aan de muren hangen recente portretten, waaronder een nieuw segment van het in 2001 begonnen autonome portrettenproject. Een uitdijend meerjarenproject dat Van Houten opvat als visuele autobiografie, als tijdbeeld, als commentaar op de omringende werkelijkheid en op de schilderkunst. Het werk balanceert op de grens tussen abstract en figuratief met nadruk op de kracht van de verbeelding. Het gaat om échte’schilderkunst waarin het schilderij is opgevat als lichaam en de verf als huis.
Gouke Notebomer is geboren in Sneek, 1947 – 2009. Hoe abstract het meeste werk van Gouke Notebomer ook oogt, steeds weer is daarin het goevoel aanwezig van een heftige gebeurtenis, het vermoeden van drama. Tussen kleuren en lijnen ritselt een vergeten menselijke tragedie. De kleurige schoonheid van vuurexplosies en vlammemwerpers tekent tevens de meest duistere misdadigheid van de menselijke existentie, uitgedrukt door de peilloze diepten van een B6-potlood.
Ondanks de overwegend niet-herkenbare vormen in zijn werk was Gouke Notebomer geen non-figuratieve kunstenaar. Hij legt dat helder uit in een interview, hij was eerder een symbolistisch-expressionist die vanuit zijn diepverborgen drijfveren als een bezetene trachtte de beelden vorm te geven in een gevecht met materiaal en materie.
Die beelden, dat gevecht, werden vervolgens niet open en bloot zichtbaar gemaakt, maar verborgen achter een woud van lijnen, een landschap van kleur en rook, verscholen tussen dode takken, achter mist en dampvelden. In zijn werk is het niet zozeer een kwestie van zien, maar veeleer van aanvoelen. Niet het beeld, maar een vermoeden van beeld. Emotie, verlorenheid, verbleekt verleden, sporen van destructie. Schilderen is oorlog. Om vervolgens met de woorden van de kunstenaar te spreken: “Wat blijft is melancholie”.